Opstaan

Beginnen na de kerstvakantie stemt me altijd melancholiek. Waar zich tijdens de kerstdagen nog de prettige nostalgie van huiselijke jaren aaneenreeg, en elke ongelijke sneeuwvlok de veilige sneeuw van vorig jaar opriep, dient zich op de laatste zondagavond van de vakantie een zwaar gemoed aan, dat verder neergetrokken wordt door herinneringen aan de afloop van vakanties door de jaren heen.

Ik slaap die nacht onrustig, en heb ‘s ochtends moeite om op te staan.

Gisterochtend kwam daar nog deze onprettige gedachte bij: waar ben ik eigenlijk aan begonnen? Over twee weken treed ik twee keer drie kwartier voor een basisschoolklas op, op dezelfde dag, direct achter elkaar.  Een week later sta ik vanaf het balkon van de SUGAR FACTORY in Amsterdam het element “poëzie” te vertegenwoordigen in een hip-hopjazz-funkpoetry slamouderwetse poëzie -cross-over. Tussendoor (minder dan vierentwintig uur eerder dan de voordracht in Amsterdam) sta ik op de zolder van het Huis van de Poëzie, waar ik lyrische voordrachten houd rondom het thema ‘Portretten’.

Ik mag wel eens voorbereidingen gaan treffen. En dan moet ik tussendoor nog een proefwerkweek en een tentamenweek begeleiden op het huiswerkinstituut, de website updaten, “blogposts” schrijven en “twitter-followers” zoeken. Om maar te zwijgen van alle huishoudelijke taken die liggen te wachten.

Waarom doe ik dit mezelf aan? Kan ik niet beter alles afzeggen en in alle rust naar de voorjaarsvakantie toewerken?

Ik heb hierover nagedacht. Al snel kwam ik tot de conclusie dat ik, na jaren van consequentieloos schaven aan teksten, tobben over de toekomst en fantaseren over reacties van anderen, wel eens wat meer naar buiten mag treden. Nieuwe uitdagingen zoeken, nieuwe situaties verkennen, en ja, af en toe flink op mijn bek gaan.

Ontspannen is het sleutelwoord, maar als dat niet lukt, dan moet ik maar genieten van de spanning.

Vanaf nu gaat alles met vallen en opstaan.